Home

Nieuws

Projecten

Vrienden van Amhdy

Contact

Links

Statuten

Jaarverslag

NAAM EN ZETEL   

Artikel 1         

l. De stichting draagt de naam: Stichting AMHDY, Foundation for the Advancement of the Management of Health and  Disease of the Young; zij heeft haar zetel in de gemeente Groningen.

2. De stichting is aangegaan voor onbepaalde tijd.   

DOEL            

Artikel 2         

1. De stichting heeft ten doel:           

- het verbeteren van de zorg voor zieke kinderen in Suriname in het bijzonder en in het Caribisch gebied in het algemeen;       

- het leveren van een bijdrage aan het verbeteren van de zorg voor zieke kinderen en aan het voorkomen van ziektes bij kinderen;   

en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan - zijn, alles in de ruimste zin des woords.    

2. De stichting tracht haar doel ondermeer te verwezenlijken door: Het opzetten en ondersteunen van projecten welke als doel hebben het niveau van zorg binnen een van de kindergeneeskundige deelgebieden te verbeteren.  

Gedacht moet worden aan onder andere onderwijsprojecten voor zorgverleners die met zieke -kinderen werken, regionale symposia en congressen met kindergeneeskundige thema's en de aanschaf van medische apparatuur ten behoeve van zieke kinderen. Het opzetten en ondersteunen van projecten die een meer preventief karakter hebben en daarmee ook gezonde kinderen en hun ouders/verzorgers als doelgroep hebben, bijvoorbeeld projecten ter bevordering van lichamelijk activiteit, voorlichtingsactiviteiten en  gezonde voeding.

 

VERMOGEN

Artikel 3

Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door: subsidies, schenkingen, erfstellingen en legaten;  alle andere verkrijgingen en baten.

 

BESTUUR

Artikel 4

1 Het bestuur van de stichting bestaat uit tenminste drie  leden en wordt voor de eerste maal bij deze akte benoemd. Het aantal leden wordt  met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld.    

2. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een  penningmeester.        

De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door een persoon worden vervuld.        

3. Het bestuur kan een rooster van aftreden opstellen. Bestuursleden, van wie het bestuurslidmaatschap eindigt volgens dit rooster van aftreden, zijn steeds  herbenoembaar.         

4. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden met algemene stemmen (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolger(s), zulks met inachtneming van het (eventueel) door het bestuur opgestelde rooster van aftreden. Het nieuw benoemde bestuurslid neemt de positie

in van het bestuurslid dat de vacature heeft doen ontstaan, op het (eventueel) door het bestuur opgestelde rooster van aftreden.  

5.Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook een of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur, behoudens het bepaalde in artikel 7.         

6. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden.

Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

 

 

BESTUURSVERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN

Artikel 5

1. De bestuursvergaderingen worden gehouden te Amsterdam.       

2. Ieder kalenderkwartaal wordt tenminste een vergadering gehouden.

3.Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien een der andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder ­nauwkeurige opgave der te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan -­een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de ­vereiste formaliteiten.     

4. De oproeping tot de vergadering geschiedt schriftelijk behoudens het in lid 3 bepaalde door de voorzitter, tenminste zeven dagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet meegerekend. Indien de voorzitter dit wenselijk acht geschiedt de oproeping door middel van aangetekende oproepingsbrieven.       

5. De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.            

6. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten ­worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.    

7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.         

8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen -­gehouden door de secretaris of door een der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.    

9. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid zijner in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging -­van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter der vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor een medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.

10. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld -­schriftelijk of per telefax hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.

11. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van een stem.

Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met - volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen. .

12. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of een der stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.     

13. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.           

14. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.        

 

BESTUURSBEVOEGDHEID EN VERTEGENWOORDIGING

Artikel 6            

l. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.

2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van

overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring

van registergoederen.

3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.         

Artikel 7            

1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.          

2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden.         

3. Het bestuur kan volmacht verlenen aan een of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.            

 

EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP     

Artikel 8            

Het bestuurslidmaatschap eindigt: door overlijden van een bestuurslid, bij verlies van het vrije beheer over zijn     vermogen, bij schriftelijke ontslagneming (bedanken), door zijn aftreden op grond van het rooster als bedoeld in artikel 4 lid 3, alsmede bij ontslag op grond van artikel 298 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

 

BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN

Artikel 9

1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.

2. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten.      

Daaruit worden door de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het geeindigde boekjaar -opgemaakt, welke jaarstukken binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur worden aangeboden.

3. De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld.

 

REGLEMENT

Artikel 10

l. Het bestuur is bevoegd een huishoudelijk reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat.

2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.

3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.

4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.

 

 

STATUTENWIJZIGING/FUSIE/SPLITSING       

Artikel 11

l. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden genomen met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.

2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariele akte tot stand komen.

Ieder bestuurslid is tot het verlijden van de daartoe benodigde akte bevoegd.

3. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek -afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het      handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen het gebied waarin de stichting haar zetel heeft.

4. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing in geval van fusie en/of splitsing.

 

ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 12

1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.

2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dat tot vereffening van haar vermogen nodig is.

3. De vereffening geschiedt door het bestuur, voorzover door het bestuur niet een andere vereffenaar is benoemd.

4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 11 lid 3.

5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.            

6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting.       

7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren berusten onder de jongste vereffenaar.            

Artikel 13          

In alle gevallen, waarin niet door de statuten, het reglement of de wet is voorzien, beslist het bestuur.        

                                            Home            Nieuws            Projecten            Vrienden van Amhdy            Jaarverslag            Contact              links